Alsof je per ongeluk op een college sportwetenschap bent beland — je vrienden posten afkortingen alsof ze professoren zijn. Maar wat betekenen al die gekke termen écht? Van Z1 tot tapering, van FTP tot negative split — we ontrafelen het jargon zodat je voortaan óók zelf kunt indruk maken, of in ieder geval niet hoeft te googelen/ CHATGPT-en 😉
Open je Strava of Runkeeper en je ziet het meteen: Z1, Z2, WU, CD, “4×6’ @ Z4”, “GAP was top”, “tapering time”, “rTSS 72”… Iedereen lijkt wel sportwetenschapper 🤓. In dit artikel ontrafelen we alle veelgebruikte afkortingen en hardlooptermen (inclusief interval, fartlek, blokkentraining, duurtraining, marathontraining en tapering) zodat jij precies weet wat er bedoeld wordt — en wanneer je gerust mag glimlachen bij een Strava fail of Garmin fail.
Zones: Z1 t/m Z5 (hartslag-/intensiteitszones) afkortingen
Z1–Z5 zijn intensiteitszones. Heel kort door de bocht:
- Z1 Herstel: superrustig (wandelen-plus).
- Z2 Duur: comfortabel, je kunt praten.
- Z3 Tempo/“grijze” zone: stevig, praten wordt lastig.
- Z4 Drempel: net rond je anaerobe drempel, pittig.
- Z5 Max: kort voluit, brandende benen.
Tip: veel schema’s adviseren ~80% Z1–Z2 en de rest echt stevig (gepolariseerd trainen).
WU & CD, nog meer afkortingen
Je weet natuurlijk wel hoe Strava werkt maar er komen zo veel afkortingen en termen voorbij. Die zie je hieronder zodat je het voortaan weet 🙂
- WU = Warm-Up (inlopen).
- CD = Cool-Down (uitlopen).
Voorbeeld: WU 10’ – 5×4’ @ Z4 – CD 10’ = 10 min rustig, 5 blokjes hard, 10 min uitlopen.
Tempovormen die je vaak ziet
- Intervaltraining: korte(re) snelle stukken met herstelpauzes.
- Blokkentraining / blokjes: langere snelle blokken, bv. 3×10 min stevig.
- Fartlek (“vaartspel”): spelen met tempo’s op gevoel.
- Duurtraining (DL/LSR): lange rustige duur (Long Slow Run).
- Tempo-/drempelrun (T/Thres): rond drempeltempo, continu of in blokken.
- Progression / cut-down: elke km/het laatste deel steeds sneller.
- Strides: 20–30 s ontspannen versnellingen voor techniek/souplesse.
Wedstrijd-/schema-taal
- MP/HMP/10k-pace: Marathon Pace / Half Marathon Pace / 10 km-tempo.
- Taper(ing): de laatste 2–3 weken vóór je race minder volume/intensiteit om fris te starten.
- Negative split: tweede helft sneller dan de eerste.
- PR/PB: persoonlijk record/best.
- DNS/DNF/DFL: niet gestart / niet gefinisht / laatste — kan gebeuren 😉.
Strava-specifiek
- Segment: vast stukje route waar tijden vergeleken worden.
- KOM/QOM/CR: King/Queen of the Mountain / Course Record op een segment.
- GAP (Grade Adjusted Pace): je heuveltempo omgerekend naar “alsof het vlak was”.
- Relative Effort: maat voor cardiovasculaire inspanning (op basis van HR/RPE).
- Kudos: Strava-like 👍.
- Flyby/Heatmap/Beacon: leuke analyse/veiligheidsfeatures.
Runkeeper-achtige termen
- Splits: tempo per km/mijl; handig voor negatieve split-plannen.
- Cadence (SPM) en stride length: pasfrequentie & paslengte.
- Elevation gain: totale hoogtemeters van je run.
Power-nerds (met Stryd e.d.)
- CP (Critical Power): drempel waarbij het vermoeidheidstype “omslaat”; basis voor powerzones.
- FTP (bij hardlopen): vermogen dat je ~1 uur kunt volhouden; gebruikt voor zonebepaling.
- rTSS / NGP: trainingsbelasting & tempo gecorrigeerd voor heuvels (flat-equivalent).
Coach-jargon dat je soms ziet
- VDOT / E-M-T-I-R (Jack Daniels): Easy, Marathon, Threshold, Interval, Repetition-tempo’s.
- RPE (1–10): hoe zwaar voelt het? Handig als HR/tempo schommelt.
- AeT / LT / AT: aerobe drempel / lactaatdrempel / anaerobe drempel.
- 80/20: veel easy (Z1–Z2), weinig hard.
Humorhoek: Strava- & Garmin-fails 🙈
Iedereen heeft ze: horloge pas na 2 km gestart, GPS die dwars door de rivier tekent, of per ongeluk de pauze 30 minuten aan laten staan. Noem het een Strava fail of Garmin fail, geef jezelf een schouderklop, zet een smiley bij je activiteit en pak je kudos alsnog — het hoort er allemaal bij en met sommige horloges werkt Strava nog makkelijker.
Samengevat
Zie je Z1–Z5, WU/CD, GAP, rTSS, CP/FTP, interval, fartlek, blokkentraining of tapering: je weet nu wat het is. Gebruik vooral wat voor jóu werkt: veel easy kilometers, af en toe stevig prikkelen, en met humor naar je data kijken. Sneller worden is mooi — plezier houden is beter.

